Inleiding tot de wetenschap Kabbala



Yüklə 1,26 Mb.
Pdf görüntüsü
səhifə9/103
tarix22.10.2018
ölçüsü1,26 Mb.
#75506
1   ...   5   6   7   8   9   10   11   12   ...   103

van de schepping met de Bron van genieting de genieting van de Schepper af komt. Het begin 
van de schepping doet zich als volgt voor: van de Schepper gaat het licht (or) uit, dus een 
genieting. Dit neerdalen van het licht van de Schepper heet het stadium nul, ofwel de wortel 
(bchiena sjoresj). Juist voor deze genieting schept het licht een vat (klie), dat in staat is om de 
hele genieting in zich op te nemen, die zich in het licht bevindt. Laten wij zeggen, dat de 
Schepper wenste om de schepping ter grootte van 1 kg te vergenoegen. Dan dient Hij een 
schepping te scheppen, ofwel de wens om te ontvangen, een klie, met een omvang van 1 kg, 
die in staat is om alle genietingen die Hij schiep volledig op te nemen. Deze toestand van de 
volledige verzadiging van de klie door het zich vullen met het licht van de Schepper wordt het 
stadium alef (1) genoemd. Dit stadium wordt gekenmerkt door de wens om genieting te 
ontvangen (ratson lekabbel). Het licht dat genieting met zich meebrengt heet or chochma
Aangezien de klie in dit stadium licht chochma onvangt, heet ook het stadium zelf ‘chochma’. 
De klie ontvangt het hele licht van de Schepper, neemt de volledige genieting van het licht 
waar en verkrijgt Zijn Eigenschap, namelijk de wens om te geven en te vergenoegen. Als 
gevolg daarvan verandert de klie in een van genieting ontvangende in de wensende om te 
geven, en daarom houdt de klie op het licht te willen ontvangen. In de klie ontstaat daarop een 
nieuwe, een aan de oorspronkelijke wens tegenovergestelde wens en daardoor gaat de klie 
over in een nieuwe toestand, die stadium beth (2) heet, ofwel de wens om te geven (ratsoen 
lehasjpieja), ofwel biena. Dus de klie houdt  op om het licht te ontvangen. Het licht gaat 
echter wel een interactie aan met de klie en ‘zegt hem’ (laat de klie voelen via eigenschappen 
van het licht – vert.), dat de klie het Doel van de schepping niet vervult door het licht te 
weigeren. Zo vervult de klie de wens van de Schepper niet. De klie analyseert deze informatie 
en komt tot de conclusie dat hij inderdaad de wens van de Schepper niet vervult, Deze wenst 
dat de klie van het licht zou genieten. Bovendien voelt de klie, dat licht de levenskracht is en 
dat hij niet zonder kan. Daarom beslist de klie, terwijl hij steeds wenst te geven, toch enige 
levensnoodzakelijke portie licht te gaan ontvangen. De klie stemt ermee in om het licht te 
ontvangen om twee redenen: de eerste en voornaamste reden is, omdat de klie de wens van 
deSchepper wenst te vervullen. De tweede reden is de waarneming van het feit, dat de klie 
daadwerkelijk niet zonder licht kan leven. Dit ontstaan van een kleine wens om het licht te 
ontvangen in de klieschept een nieuw derde stadium, dat bchiena giemel heet (3), ofwel Zeir 
Anpien.  
 
Door tegelijkertijd te geven en een beetje te ontvangen in het stadium Giemel begint de klie te 
beseffen, dat het de wens van de Schepper is om de klie volledig met licht te vullen, zodat de 
klie oneindig daarvan zal kunnen genieten. Aangezien de klie al een weinig licht chochma 
ontving, dat voor zijn bestaan strikt noodzakelijk is, kan de klie nu al zelf beslissen om het 
overige licht te ontvangen, omdat de Schepper het zo wenst. De klie begint opnieuw al het 
licht van de Schepper in zich te ontvangen, zoals in het stadium 1. Het nieuwe stadium heet 
bchiena dalet (4). Dit stadium verschilt van het stadium 1 daarmee dat de klie bewust zelf de 
wens om te ontvangen vertoont. Het eerste stadium was onbewust gevuld met licht , volgens 
de wens van de Schepper. De eigen, persoonlijke wens was niet aanwezig. Het 4
e
 stadium 
heet het ‘koninkrijk der wensen’ (malchoet). Deze toestand van de malchoet heet ook de 
‘Oneindige wereld’ (olam ein sof), de oneindige, onbeperkte wens om te genieten, die met 
licht (genieting) is gevuld. Bchiena sjoresj (0) is de wens van de Schepper om de schepping te 
scheppen en hem de maximale genieting te verstrekken. In dit stadium is, zoals in een 
graantje, de gehele aankomende schepping samengepakt van het begin tot aan het einde. 
Hierin is de gehele positie van de Schepper ten aanzien van de toekomstige schepping 
weergegeven. Bchiena sjoresj (0) is het Plan van de hele schepping (machsjevet ha-brieja). 
Alle achtereenvolgende processen zijn slechts verwezenlijkingen van dit Plan. Elke 
achtereenvolgend stadium is bovendien een logisch gevolg van het voorgaande stadium. De 
 
17


ontwikkeling vindt plaats van boven naar beneden, van de Schepper tot onze wereld. Er 
ontstaan steeds nieuwe, neerdalende traptreden. Alles gaat van het volmaakte naar het 
onvolmaakte. De Schepper schiep licht, ofwel genieting uit Zichzelf, uit Zijn Wezen. Daarom 
wordt gezegd dat het licht is geschapen uit het wezenlijke (jesj mie jesj), dus het licht bestond 
altijd. Het verschijnen van het stadium 1, de wens om genieting te ontvangen, ofwel het vat
heet ‘het  wezenlijke uit niets’, het wezenlijke ex nihilo (jesj mie ain). Dus, de Schepper 
schiep de schepping uit ‘niets’, omdat bij de Schepper kan zelfs geen schaduw van de wens 
om te ontvangen zijn. De eerste zelfstandige wens van de schepping verscheen in het stadium 
2. In dit stadium manifesteerde zich voor het eerst de wens om te geven. Deze wens is 
ontstaan onder invloed van het licht, dat van de Schepper ontvangen werd, en dat nog in het 
Scheppingsplan was ingeplant. De klie neemt deze wens echter waar als zijn persoonlijke, 
zelfstandige wens. Zo is ook met onze wensen: allemaal dalen ze neer van boven van de 
Schepper, maar wij beschouwen ze als onze, die wij zelfstandig bewustworden. Na de wens 
om te geven in het stadium 2 te hebben waargenomen, houdt de klie op genieting van het 
ontvangen waar te nemen, houdt op het licht als genieting te ondervinden. Het licht verlaat 
hem als het ware en de klie blijft leeg achter. In stadium 1 was de wens om te genieten 
geschapen. Dat is de enige wens die de Schepper niet Zelf heeft. Juist deze wens vormt 
eigenlijk de schepping. In het hele heelal bestaan slechts twee varianten van deze wens van 
het stadium 1: om te genieten van het ontvangen of van het geven óf een vermenging van deze 
twee wensen. Maar behalve de Schepper bestaat slechts één ding: de wens om te genieten.  
Een vat (klie) blijft altijd wensen om te ontvangen. Zijn materiaal verandert niet. Het lukt een 
mens pas om dat te begrijpen als hij het kwaad beseft, dus onze egoïstische aard beseft. Alles 
wat in onze natuur  ingeplant is, in elke cel, is niet meer dan de wens om te genieten in een 
zekere mate. De klie in het stadium 2, na leeg te zijn overgebleven, houdt op waar te nemen 
dat hij bestaat. Hij is door het licht geschapen en toen hij zonder licht achterbleef stierf hij als 
het ware af. Daarom ontstaat in dit stadium de wens om wederom licht te ontvangen, al was 
het maar een beetje. De genieting van het ontvangen van het licht heet or chochma. De 
genieting van het geven heet licht van barmhartigheid (or chassadiem). Het stadium 2 (biena) 
wenst wel te geven, maar ontdekt terstond dat het eigenlijk niets te geven heeft en dat hij 
‘sterft’ zonder or chochma. Vandaar dat hij besluit om een beetje licht or chochma in zich op 
te nemen. Dit schept  het derde stadium (bchiena giemel). In dit stadium heeft de klie twee 
tegenovergestelde wensen: de wens om te ontvangen en de wens om te geven. De wens om te 
geven overheerst. Ondanks het feit, dat de klie zelf niets heeft om te geven, bestaat toch deze 
wens om de Schepper te kunnen geven. Deze wens is gevuld met het licht chassadiem. Daarin 
is tevens een kleine hoeveelheid van or chochma aanwezig, die de wens om te ontvangen vult. 
Het vierde stadium (malchoet) wordt geleidelijk uit het derde stadium voortgebracht. De wens 
om te ontvangen neemt toe, waarbij de wens om te geven uitgestoten wordt en na enige tijd 
blijft deze wens om te ontvangen als de enige over. Vandaar dat dit stadium malchoet heet, 
dus het koninkrijk van wensen, de wens om alles in zich op te nemen en daarmee alle 
genietingen en het hele licht chochma. Dit stadium is de voltooiing van het scheppen van de 
schepping en daar het alles oneindig en zonder begrenzingen in zich ontvangt, heet dit 
stadium tevens de ‘Oneindige wereld’. Deze vier stadia heten de vier stadia van het directe 
licht (arba bchienot de or jasjar’), dat rechtstreeks van de Schepper uitgaat. Alles binnen de 
overige schepping, alle werelden, alle engelen, sfirot (emanaties van lichten, krachten – vert.) 
en alle zielen maken allen slechts deel uit van deze malchoet. Aangezien malchoet vervolgens 
wenst om op de vorige stadia te gaan lijken, vormt de gehele schepping een weerspiegeling 
van deze vier stadia. Om dat te begrijpen en om te verklaren hoe in elk van de werelden deze 
vier stadia hun weerspiegeling vinden, hoe dat op onze wereld invloed uitoefent, hoe wij 
terwijl wij door actief handelen en middels feed-back de werelden kunnen beïnvloeden om 
 
18


Yüklə 1,26 Mb.

Dostları ilə paylaş:
1   ...   5   6   7   8   9   10   11   12   ...   103




Verilənlər bazası müəlliflik hüququ ilə müdafiə olunur ©www.genderi.org 2024
rəhbərliyinə müraciət

    Ana səhifə